Een warming-up voor de training wordt door vele racefietsers nog wel eens vergeten, wat eigenlijk onbegrijpelijk is. Het is namelijk bewezen effectief, vermindert de kans op blessures en verbetert prestaties. Waarom, wanneer en hoe lees je in dit artikel.
Een warming-up voor het wielrennen heeft als doel om je lichaamstemperatuur te verhogen, verbeterde doorbloeding van spieren en langzaam je hartslag te verhogen. Laten we duidelijk zijn, als je rustig een rondje gaat fietsen is een warming-up niet perse nodig. Maar voor een zware training, wielerwedstrijd of zware toertocht is een warming-up zeker aangeraden.
Op het moment dat je veel van je lichaam en spieren gaat vragen is het belangrijk om d.m.v. een warming-up allerlei processen op gang te brengen die je nodig hebt om optimaal te presteren. Ook verklein je de kans op fietsblessures.
Hoe ziet een warming-up voor wielrenners eruit?
Door rustig te fietsen met een hoge trapfrequentie (circa 80 á 90 trapomwentelingen per minuut) verhoog je de lichaamstemperatuur, verbeter je de doorbloeding van spieren en verhoog je langzaam je hartslag. Doe dit voor ongeveer 10 minuten.
Vervolgens kan je tijdens het opwarmen wat korte intervallen doen. Vraag niet te veel van je spieren en zorg dat je hartslag nog relatief laag blijft. Ga vervolgens verder met rustig fietsen. Hoe lang de warming-up moet duren is afhankelijk van de inspanning die je erna gaat verrichten. Bij een duurtraining is 15 á 20 minuten voldoende. Maar bij een wielerwedstrijd adviseren wij om ongeveer 30 minuten op te warmen.